Meer diversiteit in venture capital in drie stappen

Laat als investeerder geen kansen liggen door ondernemers uit ondervertegenwoordigde groepen uit te sluiten. Deze drie stappen helpen je op weg.

Op de borrel van 10 mei was de VEECEE-community te gast bij community partner Amazon Web Services (AWS). AWS is wereldwijd een belangrijke partner voor startups als leverancier van technische en zakelijke diensten: veel bedrijven draaien immers op de cloud van AWS.

Anna C. Mallon heette de zaal welkom namens AWS. Als Senior Vice President op de afdeling business development is het haar missie om ondernemers en investeerders te begeleiden in hun groei. Een belangrijke kwestie die ze op haar pad tegenkomt is die van ondervertegenwoordigde groepen en onbewuste vooroordelen: hoe zorgen we ervoor dat ook deze ondernemers toegang krijgen tot investeringen en ondersteuning?

Dat er een probleem is met diversiteit in de startupscene mag voor algemene kennis worden aangenomen, met als emblematisch feitje dat slechts twee procent van de funding voor jonge ondernemingen gaat naar bedrijven die opgezet zijn door vrouwen. Dit is een persistent en universeel probleem: of je nu kijkt naar de markt in de Verenigde Staten en Europa of als je de cijfers van de Nederlandse markt erbij pakt, overal zie je dit ‘funding gap’ verschijnen. Dat is zonde, leren de cijfers ook: gemengde teams schijnen beter te presteren en vrouwelijke ondernemers zijn efficiënter met het toevertrouwde kapitaal. Andere factoren dan gender laten soortgelijke patronen zien.

Lastige vragen
Om dit lastige onderwerp te bespreken was Lily Xu speciaal vanuit de Verenigde Staten overgevlogen. Zij heeft als titel Underrepresented Founder Lead en helpt ondervertegenwoordigde groepen ondernemers hun weg te vinden in het startup en venture capital ecosysteem van AWS. Xu heeft niet alleen zelf een succesvolle exit gemaakt met haar eigen startup, maar werkte voor haar tijd bij AWS als investeerder voor de accelerator van de Amerikaanse beautyretailer Sephora, waar ze in meer dan 65 door vrouwen geleide beauty startups heeft geïnvesteerd.

Xu begon haar presentatie met een waarschuwing voor het clustereffect, waarbij VC’s allemaal een graantje mee willen pikken van bepaalde populaire deals, of aan willen sluiten bij bepaalde founders in een bepaalde branche die op dat moment ‘hot’ zijn. Ook wordt er vaak te beperkt gekeken naar de ondernemers, waarbij er onevenredig veel aandacht gaat naar mensen die aan universiteiten als Harvard en Stanford hebben gestudeerd. Dit komt niet in de laatste plaats omdat de investeerders zelf ook zo’n achtergrond hebben en vaak investeren in mensen in wie ze zichzelf herkennen. Maar, zegt ze, met een knipoog naar Disneyland, ‘the longest lines aren’t always for the best rides’. Ze raadt de zaal dan ook aan om ook te zoeken naar de verborgen pareltjes – en dat zijn in haar optiek vaak de bedrijven die geleid worden door founders die nog niet optimaal gesteund worden door VC-kapitaal. Een voorbeeld van de toegevoegde waarde is dat die ondernemers vaak ook markten kennen en bereiken waar je anders geen toegang tot hebt.

Een belangrijk deel van haar presentatie ging over een fenomeen dat recent onderzocht is aan de Harvard Business School, namelijk dat vrouwelijke ondernemers andere vragen krijgen dan mannen. We denken namelijk dat het seksisme doorgaans zit in onbeleefde vragen als ‘hoe combineer je het ondernemerschap met je gezin’, maar in de praktijk blijken er onder de oppervlakte nog meer subtiele verschillen te zitten in de manier waarop mannen en vrouwen worden bevraagd. Xu haalt het onderzoek aan van professor Laura Huang, die vragen verdeelt in ‘promotional’ en ‘preventative’, ofwel, zijn vragen positief ingestoken om een ondernemer zijn of haar verhaal te laten vertellen, of negatief om bepaalde risico’s bloot te leggen.

Om een voorbeeld te geven: er zit een belangrijk verschil tussen ‘hoe ga jij je klanten overtuigen van je product’ en ‘weet je wel zeker dat je in deze moeilijke markt wel genoeg klanten kan bereiken’. Het zijn kleine verschillen, maar ze zijn er wel en de conclusie van het onderzoek is dat vrouwen door deze manier van vragen stellen meer in de verdediging worden gedrukt en dus minder de kans hebben om investeerders van hun zaak te overtuigen. Uit het onderzoek blijkt dat zelfs bij gelijke pitch decks en pitches de vrouwen anders aan de tand gevoeld door investeerders (zelfs door vrouwelijke investeerders). Het identificeren en elimineren van dit soort onbewuste vooroordelen is uiteraard het hele eieren eten van het diversiteitsbeleid.

Bedoeïenen en praktisch opgeleiden
Na de presentatie van Xu was het de beurt aan twee ervaren investeerders om hun ervaringen uit de praktijk met de zaal te delen. Erica van Eeghen werkt voor het Borski Fund, een fonds dat zich richt op het investeren in door vrouwen geleide bedrijven. Een interessant punt dat zij aanstipte is dat het in haar tamelijk geprivilegieerde netwerk eigenlijk nooit over de basiszaken gaat als hoe je pitcht of over hoe je geld ophaalt – dat wordt als dusdanige basiskennis veronderstelt dat het gewoon niet ter sprake komt. Dat kan behoorlijk intimiderend werken voor ondervertegenwoordigde groepen ondernemers.

Guy Spigelman werkt bij AWS in Amsterdam met bedrijven in de health care en life sciences, maar heeft hiervoor jarenlang leidinggegeven aan een accelerator voor start ups van ondervertegenwoordigde groepen in Israël. In het ecosysteem van de ‘start up nation’ betekent dat vooral mensen met een Arabische achtergrond, vrouwen uit de Orthodoxe gemeenschap en Bedoeïenen uit de Negev-woestijn. Hij vroeg de zaal wat in Nederland de groepen zijn die nog niet goed bereikt worden door VC’s. Een interessant antwoord uit de zaal was dat er in Nederland vaak te weinig wordt gekeken naar mensen met een praktische opleiding, omdat het ecosysteem hier heel sterk op universiteiten is gericht.

Enfin, genoeg om over na te denken en het is duidelijk dat het (Nederlandse) ecosysteem nog verre van perfect is als het gaat om diversiteit. Toch besloot Anna C. Mallon de sessie met de mededeling dat we het vraagstuk niet alleen als een probleem moeten benaderen, maar het ook moeten zien als een interessante zakelijke kans, zoals het vergroten van je vijver aan investeringskansen en het beter laten presteren van je portfoliobedrijven.


Drie concrete stappen voor VC’s: 

Analyseer je communicatie richting ondernemers en stel jezelf de vraag of je bij het investeringsproces dezelfde soort vragen aan ondernemers met verschillende achtergronden stelt.

Open actief je netwerk voor mensen met een andere achtergrond en ga proactief in gesprek.

Neem meer mensen met een diverse achtergrond aan in je investeringsteams.